SV | En gij, mensenkind, zet uw aangezicht tegen de dochteren uws volks, dewelke profeteren uit haar hart, en profeteer tegen haar; |
WLC | וְאַתָּ֣ה בֶן־אָדָ֗ם שִׂ֤ים פָּנֶ֙יךָ֙ אֶל־בְּנֹ֣ות עַמְּךָ֔ הַמִּֽתְנַבְּאֹ֖ות מִֽלִּבְּהֶ֑ן וְהִנָּבֵ֖א עֲלֵיהֶֽן׃ |
Trans. | wə’atâ ḇen-’āḏām śîm pāneyḵā ’el-bənwōṯ ‘amməḵā hammiṯənabə’wōṯ millibəhen wəhinnāḇē’ ‘ălêhen: |
En gij, mensenkind, zet uw aangezicht tegen de dochteren uws volks, dewelke profeteren uit haar hart, en profeteer tegen haar;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En gij, mensenkind, zet uw aangezicht tegen de dochteren uws volks, dewelke profeteren uit haar hart, en profeteer tegen haar;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!